Boek 3: Sonny boy
Primaire gegevens
Titel: Sonny Boy
Auteur: Annejet van der Zijl
Uitgever: Nijgh & Van Ditmar
Oorspronkelijk jaar van uitgave: November 2004
Inhoud
Rika is getrouwd met Willem Hagenaar, wat eigenlijk eerst al een onmogelijk huwelijk leek omdat hij protestants was en haar familie zwaar katholiek. En daarbij was de van der Lans - familie maar een gewone middenstand en was Willems familie een hele rijke familie. Maar uiteindelijk gingen ze toch trouwen. Het leek een sprookjes huwelijk. Willem ging bij Rijks Waterstaat werken en ze waren erg welvarend. Maar de liefde hield geen stand, dus verhuisde Rika naar Den Haag, weg van Willem maar ook weg van haar vier kinderen.
Waldemar woont in Paramaribo bij zijn moeder en twee zussen. Zijn blanke moeder was getrouwd met een donkere, rijke goudzoeker. Dus zijn vader is op goud tocht.
Uit Suriname komt Waldemar over. Als Rika hem in huis neemt begint het verhaal eigenlijk pas echt. Als Waldemar en Rika een zoontje krijgen, Waldy, wordt ze door haar hele familie verstoten en raakt ook de voogdij over haar andere kinderen kwijt. Want welke rechter vertrouwt een weggelopen vrouw, met een minnaar die zelf geen inkomen heeft, nou 4 kinderen toe? Maar toch schrijft Rika trouw elke week een brief of stuurt een pakketje met een foto aan haar kinderen.
Samen met Waldemar start ze “Pension Walda” waar het grootste gedeelte van hun inkomen vandaan komt.
Dan begint de Tweede Wereldoorlog en ze besluiten Joodse onderduikers op te nemen. Ze zijn zeer actief bij het verzet maar dan worden ze verraden.
Hun zevende trouwdag vieren Waldemar en Rika in Scheveningen, maar wel in een Duitse gevangenis waar Waldemar en Rika allebei zijn opgesloten.
Daarna word Rika op transport naar Westerbork gezet. Ook Waldemar zit nog steeds vast maar wel in kamp Vught. Ze blijven wel gewoon brieven sturen naar familie en vrienden, en naar elkaar. Zelfs brieven naar Waldy dat zijn cijfers toch echt wel beter konden.
Na enkele maanden verhuist ook Rika naar kamp Vught. Maar ze zijn helaas niet lang samen want Waldemar word verplaatst naar kamp Neuengamme. Ook Rika word verplaatst , dit keer naar vrouwenkamp Ravensbrock.
In de barakken waar Rika zit breekt een dysenterie-epidemie uit waaran zij later zou komen te overlijden.
Waldemar had het eerst redelijk goed in het kamp. Omdat hij goed geschoold was kreeg hij een baantje bij de post afdeling waardoor hij naar een andere barak verhuisde waar hij zijn eigen bed had en meer eten. Maar toen de oorlog langer duurde werden de postverbindingen slechter en werd de post afdeling weggehaald.
Waldemar is een van die zevenhonderd mannen die naar het schip ‘Cap Arcona’ worden gebracht. Ze worden eigenlijk in veiligheid gebracht. Maar toen zagen Engelse bommenwerpers de boot en die dachten dat het een nazi schip was dat probeerde te ontkomen, dus beginnen ze te vuren. Een half uur na de aanval begon de ‘Cap Arcona’ te kapzeisen. Honderden mensen vielen het water in. Waldemar koos opzettelijk voor het water en besloot te zwemmen naar het vaste land. Hij had al in geen jaren meer gezwommen dus ging het eerst nogal stroef maar na een tijdje kreeg hij het ritme te pakken en voelde zich weer vrij, net als toen hij als kind in de Surinamerivier zwom. ‘Na lang te hebben gezwommen bereikt Waldemar het strand tussen Pelzhaven en Neustadt. Het was eb, en zo’n honderd meter voor de branding voelde hij vaste grond onder zijn voeten. Samen met iemand die met hem was mee gezwommen liep hij het laatste kleine stukje richting het strand. Toen ratelden opeens machinegeweren vanuit de duinen. Waldemars mede zwemmer liet zich meteen vallen en deed alsof hij dood was, hij zag nog net hoe de donkere man werd geraakt en onder water verdween.
Compositie en tijdsverloop
Er worden veel jaartallen genoemd (“de rivier, 1923” naam v. proloog/inleiding, pg. 9; “De zee, 1945” naam v. epiloog, pg. 215). Het verhaal speelt zich af tijdens de WOII, rond 1940 dus. Het verhaal begint in 1923, wanneer Waldemar 15 jaar is en zijn leven eindigt in 1945. Ook lees je een klein stuk over een 50-jarige Waldy, maar niet met specifieke jaartallen maar gezien zijn geboorte jaar (1929) moet het boek eindigen in ongeveer 1980. Het speelt zich dus grofweg af tussen 1923 en 1980.
De vertelde tijd is zo’n 57 jaar. De verteltijd is 235 blz. (zo’n 6 uur). Een echte sprong in de tijd (tijdversnelling) is er na de dood van Waldemar, dan veranderd Waldy van een jongen van 18 in een man van tegen de 50. Grote tijdvertraging zit er niet in. Het verhaal is niet-chronologisch. Waldy kan er niet achter komen hoe zijn vader is omgekomen en je leest dat hij op zijn 50e nog steeds moeite heeft met het verwerken (rond 1980), en daarna lees je hoe Waldemar is overleden (1945). Dit is dus ook een flashback.
Ruimte
Het verhaal speelt zich af in de 20e eeuw. De episode speelt zich af in Suriname in 1923. Voor de rest speelt het verhaal zich af in Nederland, tot 1945. Daarna wordt er nog wat ingegaan op het leven van Sonny Boy na de oorlog.
Plaatsen waar het verhaal zich afspeelt zijn: Suriname, Den Haag, Scheveningen, concentratiekampen, gevangenis en misschien nog wel meer plekken.
Het verhaal is aardig chronologisch, behalve de proloog en epiloog en na de epiloog, als Rika terugkijkt op haar leven.
De wijze van vertellen
Van der Zijl schrijft in de alwetende vorm en ondersteunt haar verhaal af en toe door citaten en (delen van) brieven of dagboekfragmenten van Waldemar, Rika, Waldy en Bertha.
Thema
Krachtige liefde in oorlogstijd
Personages
Rika van der Lans. Een vrouw die strijd waar ze voor staat. Volgens mensen die haar gekend hebben gekenmerkt door onmisbaar flitsende ogen. Zet alles op alles om haar “verloren” kinderen terug te krijgen, zet in de tussentijd haar extra moederliefde in om eerst haar pensiongasten en later onderduikers het naar de zin te maken.
Waldemar Nods. Een Surinaamse “Ocean Swimmer”, een jongen die voorbestemd is het in Nederland te maken. Uiterst rustige, beleefde man. Hij heeft veel moeite te gronden in het bekrompen koude Nederland, maar terugkeren naar Suriname wil hij zijn gezin niet aandoen. Stierf terwijl hij deed wat hij het liefst deed om zich vrij te voelen. Zwemmen.
Waldy Nods, bijnaam Sonny Boy. Redelijk opstandige jongen, heeft het niet altijd makkelijk met de wilde verhuizingen van zijn ouders en heeft moeite met de pesterijen op school. Na de dood van zijn ouders verliest hij ook een flink stuk van zichzelf.
Willem Hagenaar. Trotse man, dolverliefd op Rika. Hij kan het niet verkroppen als zijn vrouw hem verlaat en stelt alles op alles haar bij hem terug te krijgen. Pas na het bericht van haar dood lukt het hem weer meer naar zichzelf te kijken.
Bertha Hagenaar, door bekenden “Zus” genoemd. Dochter van Rika. Heeft veel moeite met het gemis aan moedergevoel bij haar strenge vader. Zij houdt als enige consequent het contact met haar moeder vol.
Titel, ondertitel en motto
Titel: Sonny Boy is de naam van het kind van Waldemar en Rika en tevens de naam van het lied in het motto. ‘When there are grey skies, I don’t mind the grey skies. You make them blue, sonny Boy’. Is aardig typerend. Vooral Rika, kon waarschijnlijk nog enig hoop en doorzettingsvermogen halen uit het feit dat ze iemand had om voor te strijden. Alles wat ze wou was Sonny Boy en Waldemar nog levend terugzien. Wat niet lukte.
Ondertitel: geen
Motto: “When there are grey skies
I don't mind the grey skies
You make them blue, Sonny boy
Friends may forsake me
Let them all forsake me
You pull me through, Sonny boy
You're a sent from heaven
And I know your worth
You've made a heaven
For me right here on earth
And then the angels grew lonely
Took you 'cause they're lonely
Now I'm lonely too, Sonny boy”
Maak jouw eigen website met JouwWeb